Bij luxe horloges denk je hoogstwaarschijnlijk niet aan Cuba. En bij autosport evenmin. Toch hebben beide in Havana een rijke historie, zo vertelt het verhaal van de de Cuervo y Sobrinos Historiador Gran Premio de Cuba 1957.
Nadat Fidel Castro in 1959 aan de macht kwam, raakte Cuba ernstig in verval. Illustratief is de vloot Amerikaanse auto’s die op het eiland achterbleef en die in de loop der decennia langzaam wegrotte wegens een tekort aan geld en onderdelen. Voorafgaand aan de staatsgreep kende het land echter een bloeiende gok- en toeristenindustrie. Medio jaren 50 was Havana een luxueuze speeltuin voor rijken en beroemdheden. Om de bekendheid van Cuba te vergroten, organiseerde president Fulgencio Battista in 1957 zelfs een Grand Prix voor sportscars.
In dezelfde periode floreerde Cuervo y Sobrinos. De naam was oorspronkelijk verbonden aan een reparatiewerkplaats voor sieraden en horloges, in 1882 in Havana opgericht door de Spaanse immigrant Don Ramón Cuervo en zijn neven. Het bedrijf groeide uit tot een luxe boetiek met prestigieuze, geïmporteerde uurwerken en ook eigen horloges. Gedurende de hoogtijdagen werden er zelfs vestigingen in Parijs en Pforzheim geopend. Tot het rijtje illustere klanten van Cuervo y Sobrinos behoorden onder meer Gary Cooper, Winston Churchill, Ernest Hemingway en Albert Einstein.
ART-DECO
Tijdens het communistische bewind werd Cuervo y Sobrinos omgevormd tot staatbedrijf. Het produceerde eerst nog horloges voor het Cubaanse leger, daarna verdween het merk met stille trom van het horlogetoneel. Totdat Luca Musumeci en Marzio Villa de naam in 1997 opnieuw leven inbliezen, met een hoofdkwartier de oevers van Lago di Lugano.
Onder het kopje ‘Zwitserse techniek met Latijns bloed’ werd gebouwd aan een nieuwe modellijn, eigen kalibers en een wereldwijd dealernetwerk. De chronograafversie van de Historiador weerspiegelt met zijn art-deco stijlelementen het rijke verleden wellicht als beste. Onlangs is daarvan een speciale editie uitgebracht: de Gran Premio de Cuba 1957, een eerbetoon aan de inaugurele Cubaanse Grand Prix.
KLEURRIJKE JAREN, KLEURRIJK HORLOGE
De avant-gardistisch ogende kast (42×12 millimeter) is met zijn combinatie van ronde en hoekige vormen een ware sculptuur. Het rood met crème van de wijzerplaat is afgeleid van de winnende Maserati 300 van de Argentijnse stercoureur Juan Manuel Fangio, vijfvoudig wereldkampioen Formule 1. De zwarte tachymeterschaal, ‘Taquimetro’ in het Spaans, is verrijkt met rode, oranje, gele en blauwe cijfers, wat bijdraagt aan het kleurrijke geheel. Het is wellicht een tikje veel van het goede, maar aan de andere kant: het waren – voor de bovenlaag van de bevolking althans – vrolijke, kleurrijke jaren in Havana.
Onder de ‘motorkap’, met daarop een gravure die prominent herinnert aan de race van 1957, tikt het kaliber CyS 8099 – gebaseerd op het betrouwbare Valjoux 7753-uurwerk en met een gangreserve van 48 uur. De chronograaf is gelimiteerd tot 162 stuks, een getal dat overeenkomt met het aantal mijlen dat tijdens de Grand Prix moest worden afgelegd. De Cuervo y Sobrinos Historiador Gran Premio de Cuba 1957 kost € 3.700.
